‘Wil je opnieuw met me trouwen?’
Zijn stem klinkt nieuwsgierig en hij kijkt haar verwachtingsvol aan.
‘Wat een rare vraag, we zijn toch al getrouwd?’
‘Wil je opnieuw met me trouwen, nu je weet wie ik werkelijk ben?’
‘Ik begrijp je niet.’ Haar stem klinkt aarzelend.
‘Als je vandaag opnieuw met me mocht trouwen, nu je weet dat ik niet alleen van jou hou, maar ook van een andere vrouw, zou je dan opnieuw met me in het huwelijksbootje stappen?’
Het kwartje valt.
Ze denkt terug aan hun huwelijksdag, nu dertig jaar geleden. Wat was ze nog jong en onbezonnen. Ze geloofde in haar held en wilde van de daken schreeuwen hoeveel ze van hem hield. De hele wereld mocht het weten. Er waren geen grenzen aan hun geluk. Toen zei ze volmondig ja.
Nu is het anders. Haar man houdt van nog een andere vrouw en wil een blijvende relatie met haar, naast hun huwelijk. De tijd van vreemdgaan is voorbij, dat wel. Het heeft hun huwelijk een nieuwe impuls gegeven. Ze zijn opener geworden naar elkaar en hun communicatie is sterk verbeterd. De intimiteit is echt toegenomen en ook seksueel stroomt het meer. Maar nog steeds knaagt er dat stemmetje in haar. Tonnen van onzekerheid worden in haar aangeraakt. Ze weet niet of ze die wel aan wil gaan. En stiekem schaamt ze zich voor haar man. Als de wereld zou weten dat hij niet alleen van haar houdt! Zo was ze niet met hem getrouwd!
‘Nou? En? Kun je van me houden zoals ik werkelijk ben? En als dat zo is, wil je dan opnieuw met me trouwen?’
Hij schuift zijn trouwring van zijn vinger.
‘Deze voldoet niet meer lieverd. Ik kan je niet meer die huwelijkse trouw beloven zoals ik dat toen gedaan heb. Ik heb mijn hart geopend en sluiten kan niet meer. Dat wil ik ook niet meer. Ik wil trouw zijn aan mezelf. Daarbij wil ik niets liever dan jou in mijn leven. Waarom zou ik afscheid nemen van iets wat in wezen goed is? Ik heb geen reden om van je te gaan scheiden. Daarom wil ik opnieuw met je trouwen, met andere huwelijksbeloften.’
De blik in zijn ogen is zo vol liefde. De brok in haar keel wordt groter. Het wordt nooit meer zoals het was. Het is definitief. Ze kan het niet langer ontkennen. Hij leeft niet in haar wereld van een monogame relatie. En zij gelooft er niet in, dat liefde delen. Maar ze gelooft wel in zijn liefde voor haar en voelt nog steeds liefde voor hem. Is zij wel trouw aan zichzelf? En wat zou haar stap dan zijn? Ze slikt.
‘Ik weet het niet, heel eerlijk gezegd. Mag ik er even over denken?’
‘Je houdt dus niet van me zoals ik werkelijk ben. Je wilt me maar half. Je wilt alleen het plaatje dat je van me gemaakt hebt.’
Hij legt de ring op de tafel, bij hun altaartje. Het is de plek waar ze lieve briefjes voor elkaar neerleggen, of spirituele kaarten trekken voor de dag. Hij wil weglopen, maar draait zich toch om en kan de verleiding niet weerstaan om een kaartje te trekken. ‘Volg je hart. Wanneer je deze wereld verlaat neem je niets anders mee dan je ziel.’ Tranen springen in zijn ogen. Hij kan niet anders dan zijn hart volgen! In stilte overhandigt hij haar het kaartje.
De boodschap komt binnen als een mokerslag. Als ze haar hart volgt, weet ze het.
‘Mijn hart zegt ja, maar mijn hoofd twijfelt nog,’ fluistert ze.
Dan pakt zij een kaartje. Haar gezicht verstart als ze het kaartje weer terug wil stoppen in de stapel.
‘Hee, je speelt vals! Wat stond er op?’
Ze laat zich niet tegenhouden en stopt het kaartje terug. Dan trekt ze een nieuw kaartje. Als ze het leest verschijnt er een glimlach.
‘Evenwicht. Door een goede relatie wordt je ondersteund en uitgedaagd.‘
Ze slaakt een diepe zucht. Robbert daagt haar wel uit!
Hij loopt naar haar toe en slaat zijn armen om haar heen.
‘Ik weet ook niet waar het leven me brengt. Maar ik wil de liefde volgen, begrijp je?’
Ze knikt en nestelt haar hoofd tegen zijn schouder.
‘Ja, dat wil ik ook. Maar ik vind het doodeng. En toen ik het vorige kaartje las wist ik het zeker.’
Hij neemt pakt haar bij haar schouders en kijkt haar belangstellend aan.
‘Wat stond er op dan?’
‘Vriendschap. Kleine attenties onderhouden de vriendschap. Als er een ding zeker is, is het dat ik niet alleen maar je vriend wil zijn. Ik ben meer dan dat. Ik ben je vrouw!’
‘Je wás mijn vrouw, weet je nog?’ Het klinkt feller dan hij bedoelt.
Hij wijst naar het altaartje.
‘Dus ik vraag het je nog een keer. Lieve Elvie, wil je opnieuw met me trouwen?”
Ze glimlacht dapper. Ze zal haar onzekerheid in de ogen moeten kijken. Onderzoek doen naar waar het vandaan komt. Het is een uitnodiging tot zelfheling, had haar vriendin haar dat niet gezegd? Was dat niet de werkelijke uitdaging?
‘Mag ik het voor een jaar proberen?’
‘Dat lijkt me een prima commitment voor dit moment. Volgend jaar op 8 maart vraag ik je het opnieuw, oké?’
“Deal.”
‘Zullen we dan nu nieuwe ringen halen?’
Hij grijnst breed.
“Laten we eerst met onszelf de nieuwe huwelijkse voorwaarden gaan opstellen. Hoe kunnen we trouw zijn aan onszelf en toch elkaar zien en steunen in wie we werkelijk zijn?’
Natuurlijk.
‘Misschien moeten we dat ieder apart doen, en ze dan op onze huwelijksdag aan elkaar voorlezen,’ vervolgt ze.
Ze heeft geen idee waar ze het vandaan haalt maar het klinkt goed.
Hij slaat zijn armen om haar heen.
“We komen er wel, lieverd. Ik heb er alle vertrouwen in. Liefde wint altijd.’
’21 juni lijkt me een mooie dag om te trouwen. Jij?’
‘Laten we agenda’s trekken. De lente vind ik ook mooi. Pinksteren bijvoorbeeld.’
Ze pakt haar agenda en slaat hem open. Als ze de naam van haar dochter ziet, komt er opnieuw een brok in haar keel.
‘We moeten het de kinderen vertellen, denk je ook niet?’
Hij kijkt haar vertwijfeld aan.
“We kunnen het toch ook klein houden, tussen jou en mij? Dan vertellen we het onze kinderen als je het zeker weet. Volgend jaar bijvoorbeeld. Stapje voor stapje.’
Ze zucht en loopt opnieuw naar het altaartje om een kaartje voor haar kinderen te trekken.
‘Kosmische timing. Op de juiste tijd zul je het weten. Heb er vertrouwen in dat alles goed komt.’
Met een langzaam gebaar schuift ze haar trouwring van haar vinger en legt hem naast de zijne.
Een mogelijk vervolg van de relatie tussen Robert en Elvie, uit het spiegelboek ‘Dubbelliefde 3.0’
Wouter zegt
Mooi, ontroerend