Wie zich opoffert voor een ander, krijgt als cadeau innerlijk werk mogen doen, een herstelde verbinding tussen hemel en aarde in zichzelf. Zo is er altijd balans. Geven en nemen in relaties, zodat alle partners kunnen groeien. Maar wat als een der partners extreme eisen of voorwaarden heeft waaraan de andere partner nauwelijks kan voldoen, tenzij hij of zij de eigen waarden en normen volledig opoffert?
Het gebeurt. We maken onze eigen plek klein in ruil voor het vasthouden en kunnen blijven genieten van de liefde of aanwezigheid van de partner. Zeker in relaties waarin de liefde gedeeld moet worden tegen de zin van de partner in. Bij vreemdgaan, bijvoorbeeld, of als de ene partner monogaam is en de ander polyamoreus en dat ook wil leven. De pijn van gevoelens van afscheiding, in onszelf, nemen we voor lief. In liefde en oorlog is immers alles geoorloofd.
De opoffering van Jezus
Het opofferingsprincipe kent geen lijden. Jezus gaf zijn leven voor de mensheid, omdat hij er in geloofde. Hij volgde zijn hart, zat volledig in zijn eigen hartsenergie en kon zo doen wat hij moest doen: sterven aan het kruis. Het was immers voorbestemd, want wel minstens tweeduizend jaar zouden volgelingen van hem het licht van zijn hart verspreiden. Zo had hij het gezien, in een visioen.
Maria Magdalena, met wie hij een intieme relatie had, was wanhopig toen ze vernam dat ze haar geliefde moest opofferen voor een kruisiging. Maar onze liefde dan? En dit leven van ons als man en vrouw nu dan? Stelt dat dan niets voor? En wat werd haar rol dan in al die jaren? Wát? Onzichtbaar zijn? Dat kon toch niet waar zijn? [Lees meer…]