VAN LIJDEN NAAR LICHT
Jij,
Kun jij het lijden laten gaan
Als je zit op de afgrond van je bestaan
En je ogen richt
Naar het licht?
En het verleden achter je laten?
Dat wat ooit was
Wat niet meer terug komt
Tenzij
Je reist door de tempel van de ziel
De krochten van je bestaan
Onder ogen ziende
Waar had je verzaakt?
Waar was je in de steek gelaten?
Door die ander, anderen of
Door jezelf?
Niemand treft blaam
Bij het schijnen van de maan
Het licht op meer zicht
Op de mensheid en zijn bestaan
De zon keek en lachte
Zijn stralen verwarmden onze huid
Het water koelde en verlichtte
Wie zouden we zijn
Zonder deze elementen?
De grootsheid omarmend
De leegte doorvoelend
Jouw hand in de mijne
En de mijne raakt jouw hart
Ogen doorklieven
Het verleden afgesneden van
De toekomst
Vallend
In het nu
Waarachtig of vergeten
De vreugde kussend
De wereld omarmend
Jij, als mens
Zo mooi met dat open hart
Laat de zon maar schijnen
Laat je mond maar
Spreken en
Kussen en
Zingen en
Je hart meetrillen
Zodat andere harten
Ook verlicht worden
Als het licht
Het Donker omsluit en
Verwarmt
Jouw hart laat spreken
Dan pas
Zal er vrede zijn.