Aratuscha loopt naar de rivier en naar de grote rots om raad te vragen. De gladde rots steekt met kop en schouders boven de andere rotsen uit. Als niemand het meer wist, dan was er altijd nog de grote rots. Eerst wast ze zich in de rivier. Dan vlijt ze haar naakte lichaam tegen de rots aan. Vandaag is het water van de rivier rustig. Het kan haar niet schelen dat ze naakt is, al heeft ze nu officieel het lichaam van een vrouw. Door alle opdrachten en uitdagingen die haar vader haar gegeven heeft, om zo haar mannenkracht te kunnen ervaren, voelt ze zich krachtig en sterk. Ze heeft geen man nodig in haar leven, besluit ze. Ze zal haar eigen man zijn. Dan is er niemand meer die haar nog kan kwetsen. Met de eenheid van de natuur die ze ervaart als ze haar hart openzet, voelt ze zich compleet en volledig. Ze heeft niets of niemand nodig. Ze zal haar eigen leefregels bepalen.
Ze heeft een manier gevonden om de ziel van Janosh bij zich te houden, zodat de drum van haar vader, zielloos is geworden. Of had Janosh haar gevonden toen haar lichaam drie uur lang kermend in het gras lag, wachtend op de opkomende zon die haar lichaam en spieren zouden verwarmen? Had de schreeuw van de leeuw Janosh misschien bereikt en had deze daarom besloten bij haar te blijven? Ze wist het niet meer. Haar ziel had haar lichaam in de nacht verlaten en ergens hadden Janosh en zij elkaar ontmoet in de sferen. Herinneringen aan de nacht waarin ze als vrouw geboren werd, vermengen zich met haar gedachten en voornemens. Het wordt tijd dat ze haar vader laat zien dat ze haar eigen baas is en dat hij niet langer over haar en haar leven kan beslissen, ook al is ze deels van hem afhankelijk omdat hij nu eenmaal de grote leider is van de stam waar ze deel van uitmaakt. Zarinda zal haar helpen, ze weet het zeker. Het is prettig om met haar verkrampte onderbuik tegen de warme rots te staan en de zachte zon op haar rug te voelen branden. Ze zal haar vader een koekje van eigen deeg geven. Langzaam voelt ze de pijn in haar onderbuik wegtrekken. Als er een wolk voor de zon schuift en ze kippenvel krijgt, weet ze dat het tijd is haar zuster te bezoeken.
Zusterschap
Zarinda is bezig met het maken van een kruidige soep. Ze staat op en omhelst haar zus.
‘Hoe is het vandaag met je buikpijn? Het valt niet mee hè, om een vrouw te zijn,’ verwelkomt ze haar warm. Aratuscha snuift de zoete geur op van de huid van haar zusje. Wat houdt ze toch van haar. Zij leert haar te ontvangen, telkens weer.
‘Niet weglopen, aanwezig blijven en je hart openhouden bij alle tegenslagen die het leven of mensen je geven. Ademen, Aratuscha!’ Hoe vaak heeft ze deze woorden moeten horen? Ook nu weet ze dat haar zusje de juiste woorden zal zeggen als ze in haar ogen kijkt. Zwijgend houden ze elkaars handen vast terwijl Zarinda’s ogen zich in de hare boren.
‘Alleen degene die alles kan zien en ontvangen, omhelst het volledige vrouwelijke. Ik zie je pijn, Aratuscha. Ik zie de pijn van de ontkenning van onze vader. Weet dat hij niet beter weet. Hij heeft de taak jou sterk te maken, zodat je…’
‘Ja ik weet het, jouw mannenkrachten beter kunt ontwikkelen en versterken. Laat maar, lieve zus. Ik aanbid jou om je vrouwelijke gaven, maar vandaag heb ik andere hulp van je nodig.’
Ze kijkt haar jonge zusje uitdagend aan.
‘Ik wil dat je mijn vlechten verbrandt.’
‘Hoe bedoel je dat?’ vraagt haar zusje verwonderd.
‘Kijk. Ik kan mijn vlechten afsnijden met een mes. Daar is niks aan. Dat kan ik zelf.’
‘Je gaat je vlechten afknippen?’
‘Nee, ik ga ze er af branden. Of beter gezegd: jij gaat ze er af branden!’
Zarinda slaat haar hand voor haar mond.
‘Dat meen je niet.’
‘Ik meen het wel. Ik ben vanaf vandaag mijn eigen baas. Ik ga niemand me meer laten vertellen wat ik moet doen.’
‘Maar Aratuscha, je vlechten zijn je moeders trots en je vaders wijsheid! De mannen vergelijken hun kracht met de lengte van jouw vlechten. Je hebt de langste vlechten van de stam! Als je ze afknipt, heb je die niet meer. Ze zullen op je neerkijken!’
‘Doen ze dat niet al? Welke rechtschapen man bindt bij een jong meisje haar vlechten aan haar enkels en laat haar uren liggen in de nacht zonder zich om haar pijn te bekommeren? Welke echte man zou een vrouw dat aandoen?’
‘Maar het is toch jouw zielenpad, Aratuscha? Om sterk te worden als een man en om zacht, open en verbindend te worden als een vrouw? Er is niemand die kan wat jij kunt Aratuscha. En dit is nog maar het begin! Je bent nog maar net vrouw geworden. Wacht eerst een paar stonden af!’
‘Die stonden kunnen me gestolen worden, Zarinda. Ik bepaal mijn leven nu zelf.’
Het visioen
Ze kijkt even om zich heen en zegt dan fluisterend: ‘Janosh is sinds die nacht bij me. De drum van onze vader is zielloos geworden. Als er iemand is die ik vertrouw dan is het Janosh. Het is een teken. Zij laat me een visioen zien van…’
Ze zwijgt.
‘Nou, van wat?’
‘Ik kan het je beter niet vertellen. Ik wil niet dat het voortijdig bekend wordt. De mensen zullen proberen me te beïnvloeden.’
Haar zusje kijkt haar lachend aan.
‘Je weet toch dat er voor mij geen geheimen bestaan?’
‘Jawel, Zarinda, toch wel. Janosh heeft mijn visioen in graniet gegoten en het zal pas geopend worden in het jaar 2020, als de zon en de maan op gelijke afstand staan.’
Opnieuw slaakt Zarinda een kreun van ongeloof.
‘Lieverd. Janosh heeft je hart in graniet gegoten, dat kan niet goed voor je zijn!’
‘Alleen ik heb de sleutel, Zarinda. Alleen ík bepaal wanneer ik mijn hart open doe, voor wie ik mijn hart open doe en met wie ik mijn visioenen deel.’
Haar stem klinkt vastberaden.
‘Alsjeblief lieve zus, deel je visioen met me. Jouw geheim is veilig bij mij, dat weet je toch. Ik zal ook dit geheim kunnen bewaren.’
‘En wat als het geheim te groot voor jou is om te dragen? Als het alleen maar gedragen kan worden door een vrouw met echte mannenkracht, zoals ik?’
Secondenlang kijken de zussen elkaar aan.
‘Over zeven jaar ga je het mij vertellen. Zeven jaar is jouw visioen jouw geheim. Dan wordt het te groot om alleen te dragen. Weet dat ik er dan voor je ben.’
Aratuscha knikt.
‘Wil je dan nu mijn vlechten eraf branden?’
Zarinda schudt haar hoofd.
‘Ik knip ze af. Een armlengte. Alleen het laatste stukje brand ik er af. We gaan jouw vlechten aan de drum van Janosh binden.’
Tranen springen in de ogen van Aratuscha.
‘Dank je dat je mij wilt zien. Ik zal een emmer water vasthouden zodat het vuur op tijd stopt.
‘Je weet hoe gevaarlijk dit is?’
‘Ik weet het. Ik hou de emmer vast boven mijn hoofd en luister naar de leiding van Janosh. Die is sneller dan jouw ogen en jouw roep.’
De zusters lopen naar de rivier met mes, de emmer en een brandende fakkel. Het duurt nog geen twee seconden voordat haar beide vlechten in lichterlaaie staan. De onderste dertig centimeter zijn reeds afgesneden en drijven in de rivier om schoon te spoelen.
‘Ik ben geen man en ik ben geen vrouw. Ik ben een mens en ik kies zelf wie en wanneer ik liefheb.’
Janosh fluistert de mantra in haar hoofd, wel zeven keer, als Aratuscha in de rivier is gedoken om haar hoofd af te koelen, nadat ze de emmer met water heeft uitgegoten over haar hoofd. De verkoeling doet haar goed. Het lijkt wel alsof de vissen vandaag blijer zijn dan anders om haar te zien.
Haar visioen is veilig, ingegoten in graniet. Haar hart zal zeven jaar gesloten blijven voor haar vader. Alleen Janosh weet dat het zeven jaar zal duren voordat ze haar hart voor haar vader weer zal openen.
@ Leonie Linssen. Het verhaal van Aratuscha maakt deel uit van een vorig leven. De verhaallijn zal zich ergens in de toekomst vervolgen door de ontmoetingen met de juiste mensen uit haar zielengroep.
Geef een reactie