Hooggevoelig, helderziend- en helderhorend zijn geeft mijn leven een bijzondere dimensie. Het maakt mijn werk als coach een stuk gemakkelijker nu ik door meerdere brillen tegelijk kan kijken. Toegegeven, het heeft enige moeite gekost om zo ver te komen dat ik deze grootsheid durfde te leven, te gebruiken en te laten zien in mijn praktijk. Maar zoals dat gaat krijg je altijd de voor jou juiste klanten op het juiste moment en verloopt alles in het leven precies loopt zoals het lopen moet. Tenminste, als je je open durft te stellen voor wat er is en je stopt met het verzetten tegen de realiteit. Het maakt het leven vreugdevol en eenvoudig. Geluk ligt heel erg dichtbij, als je het wilt zien en de transformatie van oude emotionele belemmeringen die jou tegenhouden je grootsheid te leven, durft aan te gaan.
Emotionele verstrikkingen in de liefde
In liefdesrelaties zie ik vaak mensen die met elkaar in emotionele oude verstrikkingen zitten. Er is pijn die vastzit aan het verleden, aan onze de ouders of voorouders of nog verder uit vorige levens. Of je er wel of niet in gelooft, het maakt niet uit. Emoties zijn menselijk. Ze zijn door de eeuwen heen niet veranderd en iedereen voelt of kent ze: vreugde, verdriet, levenslust, woede, speelsheid, schuld, blijheid, schaamte, vreugde… en dat alles samengevat onder twee grote noemers: angst of liefde. Het durven voelen van de emoties in het hier en nu, waarbij je met heel je volwassen bewustzijn aanwezig kunt zijn, transformeert angst naar liefde. Zo eenvoudig is het. Als je het durft aan te gaan. Maar veel mensen zijn banger voor hun eigen grootsheid en hun licht, dan voor hun eigen schaduw waardoor ze niet het vreugdevolle leven leiden dat ze verdienen. Dat kan anders. Een ervaring uit een andere dimensie of een metaforisch verhaal? Jij mag het zeggen…
Het verhaal van het musje en de adelaar
Het was een mooie dag, zo’n dag als vandaag waarop de zon volop schijnt. Ik kijk naar een musje. Het is jong musje en uit het nest gevallen. Het rilt van de kou en van de schrik want de val was van hoog en ging hard. Bijna was het musje te pletter gevallen, het trilt nog na op zijn pootjes.
‘Hoe moet ik leven?’ vraagt het musje me, ‘nu mijn moeder met een gebroken vleugel op het nest zit en niet meer kan vliegen?’ Het musje kijkt met een schuin oog naar boven. Zijn moeder kijkt me aan. Ze is blij dat ik er ben, want ze weet: ik ben oud, mijn vleugel is gebroken. Het is mijn laatste kind dat uitvliegt en ik ga sterven, ik kan het niet meer redden. Ze wacht rustig af en luistert naar onze conversatie.
Het musje vertelt verder. ‘Mijn vleugels zijn nog zo klein, ik kan nog niet vliegen. Ik heb het koud en mis de bescherming van mijn moeder.’ Opnieuw kijkt het naar zijn moeder. Het musje heeft al zo lang gewacht om uit te vliegen, want het wist dat zijn moeder hem nodig had. Maar het wist ook: ik moet iets doen. Als we hier allebei blijven wachten, gebeurt er niets en gaan we allebei dood. Het musje heeft honger en wil groeien zodat het kan uitvliegen. Misschien kon het hulp vragen? Maar daarvoor moest het wel kunnen vliegen. Was het daar niet te klein voor? Dat had zijn moeder steeds gezegd: ‘ga nog maar niet, wacht nog maar even, je bent nog zo klein. Blijf maar lekker bij mij, dan hebben we het samen in ieder geval warm.’ Maar vandaag voelde het musje dat het niet langer kon wachten en had het de stap gewaagd.
De grote sprong
‘Nu ben ik gesprongen, maar nu blijkt dat mijn moeder gelijk had en dat ik nog niet kan vliegen. Kun je me helpen?’ Het musje bibbert en kijkt me schuldbewust aan. Ik zie wat het wil vragen maar wat het niet durft. ‘Kom maar even onder mijn vleugels als je dat wilt. Kom maar om uit te rusten of om het lekker warm te hebben.’ Het musje kijkt me dankbaar aan. Dat is aanlokkelijk, onder mijn grote witte vleugels. Het komt lekker bij me zitten en geniet van mijn liefdevolle warmte. Ik kijk het musje eens goed aan.
‘Weet je’, zeg ik tegen het musje, ‘dat je helemaal geen musje bent? Je bent net als ik een witte roofvogel. Of nee, wacht even, nu ik goed kijk: eigenlijk ben je een blauwe adelaar. Wist je dat al?’ Ik zie dat het musje me vol ongeloof aankijkt, maar het voelt ook meteen zijn vleugels kriebelen: hee, ze groeien. Het kijkt opzij en ziet hoe zijn kleine donzige bruine vleugeltjes veranderen naar wit en vervolgens naar blauw. Hemelsblauw. Het kijkt me verrast aan. ‘He? Hoe kan dit nu?’ zegt hij. ‘Ik dacht dat ik een musje was! Maar dat ben ik dus niet? Wat ben ik dan wel?’ Vol ongeloof kijkt hij toe hoe het grijsbruine dons verandert in kleine krachtige blauwe veertjes. Wauw!
Zijn wie je wilt zijn
‘Ik zal het je uitleggen’, zeg ik tegen het veranderende musje. ‘Je kunt namelijk alle vogels zijn die je wilt zijn. Je moeder bij wie je in het nest zat heeft je wijsgemaakt dat je een musje was, omdat ze je nodig had. Ze wilde niet in haar eentje sterven en ze wist dat jij voor haar zou zorgen. Maar nu weet ze dat het tijd wordt om je te laten gaan, zodat jij je grootsheid kunt leven. Je bent als adelaar namelijk een geboren leider, en de wereld heeft je nodig. De wereld wacht op je.’
‘Maar hoe ben ik dan in haar nest terecht gekomen?’ vraagt de kleine adelaar verbaasd.
‘Je moeder heeft je opgepikt toen je uit het nest van jouw echte moeder was gevallen. Jouw echte moeder kon niet voor jou zorgen. Ze was ziek en had je uit haar nest geduwd, ze kon je niet om zich heen hebben. Ze voelde zich mislukt als moeder en adelaar, en jouw aanwezigheid confronteerde haar met haar eigen tekortkomingen. De mus waarvan jij denkt dat het je moeder is heeft je opgepakt toen ze nog sterk en gezond was. Ze wilde heel graag kinderen en kon er zelf geen krijgen. Daarom nam ze jou op in haar nestje toen jij nog heel klein was en nog maar amper besef had van bestaan. Je zat namelijk nog in het ei van je moeder. Wonder boven wonder was het ei niet gebroken en kon je zo bij je moeder in het mussennest geboren worden. Ondanks dat je klein was, zag je moedermus wel al jouw kracht, de kracht van een adelaar. Dat is wie je werkelijk bent.’
De transformatie
De blauwe adelaar kijkt me verwonderd aan. Zijn ogen staan vol van pijn en verdriet maar ik zie ook een gevoel van verlangen ontstaan. ‘Neem gerust de tijd om te wennen aan je nieuwe gedaante,’ vertel ik hem. ‘Je kunt altijd bij me langs komen om uit te rusten of om te eten. Er zijn veel meer vogels die ook voor je willen zorgen totdat jij groot genoeg bent om jouw echte vleugels uit te slaan. Van iedere soort vogel kun je iets anders leren. Voel maar bij wie je wilt zijn. Je vogellichaam vertelt je alles. Laat het vliegen in vrijheid en ontdek waar je terecht wilt komen.’
De blauwe adelaar kijkt nu verrast. Een zweem van enthousiasme komt bij hem naar binnen maar ik zie dat hij het ook nog een beetje eng vindt. ‘Je mag altijd hulp vragen weet je dat? Je hoeft het niet alleen te doen. Dat denk je misschien omdat je je zo alleen voelt nu je net uit het nest bent gevallen. Maar de wereld zit vol mooie vogels die net als jij ook vliegen. Ieder op hun eigen manier.’ De kleine adelaar kijkt me opnieuw aan. ‘Zijn er nog meer vogels dan jij als witte en mijn moeder als mus?’ Hij moet nog wennen aan het idee dat hij een adelaar is en dat zijn echte moeder ook een adelaar is. ‘Oh ja, er zijn er nog veel meer. Er zijn zwarte, witte, grote en kleine vogels, vogels met kleuren, je wilt het niet weten hoeveel soorten vogels er zijn. Je hoeft alleen maar rond te kijken en je ogen te openen om ze te kunnen zien. Dat kan trouwens niet allemaal tegelijk. Overal op aarde wonen en vliegen er andere vogels. Reizen kost tijd. En je moet soms ook even rusten en slapen. Neem dus gerust je tijd voor je ontdekkingstocht.’
Sterven om opnieuw geboren te worden
De vleugels van de blauwe adelaar beginnen verlangend onder de mijne te bewegen. ‘Ik geloof dat ik wel genoeg opgewarmd ben voor vandaag,’ zegt hij me. ‘Maar voor ik ga, wil je me vertellen wat is er met mijn echte moeder gebeurd? Waar is ze nu?’ ‘Je echte moeder ligt net zoals je moeder mus op sterven. Iedere vogel sterft vroeg of laat in het leven. Dat is niet erg, want sterven is de weg naar een nieuw leven. Sommige vogels kiezen er voor om iets anders te worden, als ze opnieuw geboren worden. Dan leiden ze een ander leven waarin ze tal van nieuwe ervaringen opdoen.’ Ik zie dat de blauwe adelaar voor vandaag genoeg informatie heeft ontvangen. Het duizelt hem in zijn hoofd.
In eigen kracht
‘Als het je teveel wordt, ga dan lekker vliegen, rusten, slapen of dansen. Voel maar wat je vleugels en pootjes willen en waar ze behoefte aan hebben,’ zeg ik tegen de adelaar. ‘Maar hoe moet dat dan met mijn moeder?’ vraagt hij terwijl hij opnieuw naar het nest boven hem kijkt waar moeder mus nu heel stil ligt. ‘Wie zorgt er voor haar als ik niet voor haar kan zorgen?’ ‘Je hoeft niet meer voor haar te zorgen,’ zeg ik. Je helpt haar juist door haar los te laten, zodat ze kan sterven en zich kan verheugen op een leven waarop ze net als jij opnieuw leert vliegen. Niet als mus, maar wie weet net als jij als adelaar.’ De blauwe adelaar beweegt automatisch met zijn vleugels. Wauw, wat een kracht zit er in! Hij kijkt me verrast aan. ‘Denk je dat ik nu kan vliegen?’ vraagt hij me nog wat vertwijfeld. ‘Ik zou zeggen, probeer het maar,’ antwoord ik hem met een glimlach. Dan zie ik hoe hij zijn krachtige vleugels uit slaat en vol vreugde van me weg vliegt. Er rolt een traan van verwondering uit mijn ogen.
‘Ik kom terug,’ verzekert hij me terwijl hij omkijkt, ‘want je moet me nog vertellen over de tijger. Die zag ik namelijk in je ogen, toen je het had over het volgende leven van mijn moeder. En daar wil ik straks alles over weten.’ Ik kijk naar mijn vleugels en verhip, ze zijn niet meer wit, maar ze zijn veranderd in tijgerpoten! ‘Dank je wel nog voor je kracht,’ roept hij me nog na, terwijl hij hoog in de lucht zijn krachtige vleugels uitslaat en van me weg vliegt, mij beduusd achterlatend.
Relaties als spiegels
We zijn niet wat we denken te zijn. We zijn veel meer dan dat. In (liefdes)relaties spiegelen we elkaar in wie we zijn en wie we denken te zijn. We zijn gevoelig voor hoe anderen ons zien en wat zij van ons vinden. We willen graag voldoen aan het beeld of de verwachting die anderen van ons hebben. Maar we kunnen alleen maar ons zelf zijn. Als we durven te zijn wie we werkelijk zijn, valt alle angst weg en kunnen we veel meer dan we denken. Dan kunnen we vliegen en ons groot voelen, of ons krachtig voelen als een tijger. Dan kunnen we alles zijn wat we willen zijn. We hoeven het alleen maar te geloven. Daar mogen we allemaal hulp bij vragen, want we hoeven het niet meer alleen te doen. Ieder mens heeft zijn eigen unieke kracht en is een unieke spiegel. Iedere relatie en verbinding is weer anders. Als we elkaar kunnen helpen in het zien van onze grootsheid, kunnen we krachtig in verbinding zijn. Dan durven we klein en kwetsbaar te zijn in onze grootsheid.
Ik voel me vandaag als Leonie weer liefdevol en krachtig door alle spiegels die vandaag op mijn pad kwamen. Door mijn grootsheid te durven leven, is mijn leven vandaag opnieuw een feest.
En jij? Verlang jij er naar jezelf te durven zien in je grootsheid?
Voel jij dat er veel meer in je zit dan er nu naar buiten komt? Voel jij je als een musje en wil je graag iets anders zijn? Neem gerust contact op. Samen onderzoeken we hoe ik je kan helpen bij jouw transformatie. Bel gerust naar 06-45550680 (kantooruren)
Geef een reactie